Gevelsteen De Witte Oliphant

 

In de gevel van ons schoolgebouw aan de Nieuwe Batavierstraat no. 2 is een gevelsteen ingemetseld. Op deze gevelsteen staat een naar rechts lopende olifant met op de achtergrond twee palmbomen. De voorstelling wordt in verband gebracht worden met een oud gezegde: 'Niets wordt groot zonder genoeg tijd'.

De steen is uit de tweede helft van de 17de eeuw en is afkomstig van de Batavierstraat no. 16.  Er zijn in de buurt van de school meerdere gevelstenen ingemetseld. Deze zijn afkomstig uit de in de jaren ’30 gesloopte panden in onze buurt. In het najaar van 2001 werd de gevelsteen hersteld en gepolychromeerd.

 

Onze basisschool is vernoemd naar deze gevelsteen.

  

Het oorlogsmonument

 

Op 25 april 2018, meer dan 70 jaar na het einde van de Tweede Wereldoorlog, is een monument onthuld waarmee de Joodse leerlingen en onderwijzers van onze school worden herdacht die tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn gedeporteerd en vermoord. Met behulp van dit monument kunnen wij een bijna vergeten en verborgen geschiedenis weer vertellen aan de leerlingen die nu op onze school zitten.

 

Voor en tijdens de Tweede Wereldoorlog bestond onze school uit drie aparte scholen. In 1941 nam de bezetter een maatregel om alle Joodse leerlingen te isoleren. Ze mochten niet meer in contact komen met niet-Joodse leerlingen en alleen les krijgen van Joodse onderwijzers. Er werden 16 lagere scholen in Amsterdam aangewezen als Joodse school. De scholen verloren hun naam en kregen een nummer, want als je je naam verliest, verlies je immers identiteit.

In onze schoolgebouwen werden Joodse school nr 1 (Van Alphenschool, Oude Schans 25) en  nr 2 (J.D. Meijerschool, Nwe. Uilenburgerstraat 96) toegewezen. In een ander deel van onze school werden alle niet-Joodse leerlingen geplaatst. De speelplaats werd in tweeën gedeeld en gescheiden door een muur. De kinderen konden elkaar niet zien maar wel horen spelen. 

 

Van de 544 Joodse leerlingen die in september 1941 bij ons op school zaten, waren na meerdere razzia’s en uiteindelijk de grote razzia op 26 mei 1943 nog 5 leerlingen en 2 onderwijzers over. De Joodse school werd toen opgeheven.

 

Dit verhaal dreigde een vergeten geschiedenis te worden, mede omdat de school in een hele arme buurt was gesitueerd. Ruim 70 jaar lang is er geen aandacht aan besteed, was er geen gedenkteken, geen herdenking. Nu zullen wij, de leerkrachten en de leerlingen van de Witte Olifant, elk jaar rond 4 mei de namen van de vermoorde kinderen en onderwijzers noemen, zodat ze niet vergeten zullen worden.

 

Wat meer uitleg over het monument

 

Buiten hangen bij zowel School 1 als School 2  herinneringsplaquettes met de tekst:

 

De Witte Olifant bestond voor de Tweede Wereldoorlog uit drie aparte scholen.

 

De bezetter wees twee scholen aan als Joodse school.

De Van Alphenschool werd Joodse school nr. 1,

de J.D. Meijerschool werd Joodse school nr. 2.

Op de Oudeschansschool werden de niet-Joodse leerlingen geplaatst.

In september 1941 zaten er 544 leerlingen op Joodse school nrs. 1 en 2.

 

In januari 1943 werden school nr. 1 en nr. 2 samengevoegd.

Na de grote razzia van 26 mei werden ze opgeheven.

Er was vrijwel niemand meer.

 

Wij gedenken onze gedeporteerde leerlingen en onderwijzers.

 

                                              ת׳נ׳צ׳ב׳ה 

Moge hun zielen opgenomen zijn in de bundel van het eeuwige leven                                                                                               

 

In het trapportaal van onze school hangt een gedicht van Ida Vos. Ida Vos (1931-2006) zat ook op een Joodse school en heeft de oorlog overleefd. Zij heeft de dichtbundel ‘Vijfendertig tranen’ geschreven, waarin ieder gedicht aan 1 vermoorde klasgenoot is opgedragen.

In de muur van het trapportaal zit een knik, de zinnen lopen over de knik door. Het lijkt een opengeslagen boek.

Het gekozen lettertype Gotham lijkt op de oude schoolletter. De zinnen staan op lijnen, zoals je vroeger netjes leerde te schrijven. Bij de laatste twee zinnen zijn de lijnen naar boven verplaatst, waardoor zij de woorden niet meer onderstrepen maar doorstrepen. Het is een referentie naar de tekst: ‘Ze mag er niet meer zijn’.

 

Voor het monument in het trapportaal heeft de school uit haar bundel het gedicht

‘Naar Buiten’ gekozen.

 

Ze wil nu buiten spelen

Gaan lopen in een bos,

Rennen door sneeuw en regen

Ze laten haar niet los

 

Ze is er wel, 

Ze is er niet,

Ze mag er niet meer zijn

 

De letters in haar sprookjesboek

Staan niet meer op één lijn


Het raam naast het gedicht kijkt uit op de speelplaats. De achterhaalde namen van de vermoorde kinderen en onderwijzers zijn op het venster te lezen. Het zicht naar buiten is door het gebruik van folie licht versluierd. Deze kinderen kunnen niet meer aan het echte leven deelnemen.

 

Het ontwerp en de uitvoering van de plaquettes en het gedicht- en namenmonument is van Rob Erdmann i.s.m. Yolanda Felderhof.